NJ 1998, 327
Uitlegging testamentaire beschikking: erfstelling van ‘mijn echtgenote’
HR 31-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2265, m.nt. T.R. Hidma (Mijn echtgenote en haar zoons)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 januari 1997
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16196
- Conclusie
A-G Asser
- Noot
T.R. Hidma
- LJN
ZC2265
- Roepnaam
Mijn echtgenote en haar zoons
- JCDI
JCDI:ADS142574:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2265, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑1997
- Wetingang
BW art. 4:932; BW art. 4:933
Essentie
Uitlegging testamentaire beschikking: erfstelling van ‘mijn echtgenote’.
Samenvatting
Erflater heeft bij testament tot enige erfgenamen van zijn nalatenschap benoemd: ‘mijn echtgenote Mevrouw C. K., alsmede haar twee zonen de Heren A. en J. S.’. Nadien is hij van deze vrouw gescheiden. Het hof heeft geoordeeld dat de testamentaire beschikkingen ten gunste van die (eerste) echtgenote van de erflater en haar twee zonen, uitgelegd naar de door het hof uit de woorden ‘mijn echtgenote’ afgeleide bedoeling van de erflater ten tijde van het maken van het testament, uitsluitend golden voor de situatie dat hij op het tijdstip van zijn overlijden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.