NJ 1998, 398
Vraag of door Plaatselijke Inlichtingendienst ingevolge Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten verzamelde persoonsgegevens onder Wet politieregisters vallen / taak appelrechter in nieuwe feiten
HR 24-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2262, m.nt. G. Overkleeft-Verburg
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 1997
- Magistraten
Martens, Heemskerk, Herrmann, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
8820
- Conclusie
A-G Koopmans
- Noot
G. Overkleeft-Verburg
- LJN
ZC2262
- JCDI
JCDI:ADS143032:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2262, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑1997
- Wetingang
Essentie
Politieregister. Vraag of door de Plaatselijke Inlichtingendienst (PID) ingevolge de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV) verzamelde persoonsgegevens onder de Wet politieregisters (WPoR) vallen. Taak appelrechter ten aanzien van nieuwe feiten.
Samenvatting
De omstandigheid dat ambtenaren van de politie, behalve met hun taak ingevolge art. 2 Politiewet 1993, overeenkomstig het bepaalde in art. 18 WIV, mede belast zijn met taken op grond van deze wet — waartoe, ingevolge art. 16 WIV ook het aanleggen van een persoonsregistratie kan behoren — en uit dien hoofde kunnen kennisnemen zowel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.