AB 1998, 12
Ten onrechte inbeslagname van uit het buitenland aangevoerde kabeljauw; onrechtmatige daad Staat; eigen schuld; beroep op plicht tot schadebeperking wederpartij niet erkend
HR 24-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2260, m.nt. Th.G. Drupsteen (De Ridder/Staat)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 1997
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Herrmann, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16233
- Conclusie
A-G Bloembergen
- Noot
Th.G. Drupsteen
- LJN
ZC2260
- Roepnaam
De Ridder/Staat
- JCDI
JCDI:ADS864443:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2260, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑1997
- Wetingang
BW art. 6:162; BW art. 6:101
Essentie
Ten onrechte inbeslagname van uit het buitenland aangevoerde kabeljauw; onrechtmatige daad Staat; eigen schuld; beroep op plicht tot schadebeperking wederpartij niet erkend.
Samenvatting
Onder deze — veronderstelde — omstandigheden bracht de zorgvuldigheid welke de Staat, als uitvoerder van een dwangmaatregel bestaande uit het leggen van beslag op waar waarvan de versheid haar waarde bepaalt en die bovendien bederfelijk is, jegens De Ridder betaamde, mee dat hij ter voorkoming of beperking van diens schade, zich onverwijld van die herkomst vergewiste. Niet nakoming van deze verplichting door de Staat — die, zoals in het onderhavige geval vaststaat, onrechtmatig heeft gehandeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.