NJ 1997, 260
Relatie tussen bank en cliënt / zorgplicht bank
HR 24-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2256
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 1997
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Jansen, Mok
- Zaaknummer
16151
- LJN
ZC2256
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2256, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑1997
- Wetingang
BW art. 6:74
Essentie
Relatie tussen bank en cliënt. Zorgplicht bank.
Samenvatting
Falend betoog dat de door het hof aangenomen zorgplicht van de bank niet alleen de vraag betreft of de cliënt een eventueel verlies kan dragen, maar ook ertoe strekt dat de bank een (particuliere) cliënt behoort te waarschuwen, indien deze zo riskante transacties aangaat dat zijn vermogen, althans een aanmerkelijk deel daarvan, op het spel wordt gezet. Het Hof behoefde niet uit te gaan van een in alle gevallen bestaande waarschuwingsplicht als hier verdedigd.
Partij(en)
D., te E., gemeente E., eiseres tot cassatie, incidenteel verweerster, adv. mr. E. van Staden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.