NJ 1997, 435
Indirecte discriminatie vrouwelijke werknemers door ongunstiger salarisregeling / geen rechtvaardiging onderscheid / wettelijke verhoging
HR 03-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2239
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 januari 1997
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
16160
- Conclusie
A-G Koopmans
- LJN
ZC2239
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2239, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑01‑1997
- Wetingang
EG-Verdrag art. 119; BW art. 7A:1637ij
Essentie
Indirecte discriminatie van vrouwelijke werknemers door ongunstiger salarisregeling. Geen rechtvaardiging onderscheid. Wettelijke verhoging.
Samenvatting
De rechtbank heeft vastgesteld dat alle blokkerende opleidingen (nagenoeg) alleen door vrouwen zijn gevolgd. Zij heeft voorts overwogen dat mannen die in 1987 als leidinggevende gezinszorg werkzaam waren, nagenoeg allen een beter salarisperspectief verkregen dan een (groot) deel van de vrouwen. In een en ander ligt besloten het oordeel dat het percentage vrouwen in de groep van leidinggevenden gezinszorg die een blokkerende opleiding hebben gevolgd, veel groter is dan het percentage vrouwen in de groep van leidinggevenden gezinszorg met een niet-blokkerende opleiding. Met een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.