NJ 1997, 207
Verkeersongeval / bewijs; bewijskracht verklaringen in proces-verbaal politie; voorshandse feitenvaststelling
HR 06-12-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2218
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 1996
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Herrmann
- Zaaknummer
16043
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC2218
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2218, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑1996
- Wetingang
Rv (oud) art. 176; Rv (oud) art. 179
Essentie
Verkeersongeval. Bewijs; bewijskracht verklaringen in proces-verbaal politie; voorshandse feitenvaststelling.
Samenvatting
Onjuist is de opvatting dat aan de in het proces-verbaal van politie gerelateerde niet-ondertekende verklaringen geen bewijskracht toekomt. Bewijs kan door zodanige verklaringen geleverd worden en de waardering van die verklaringen is aan het oordeel van de feitenrechter overgelaten. Onjuist is ook de opvatting dat de rechter slechts ‘uit ten processe vaststaande feiten’ mag afleiden dat voorshands — d.w.z. behoudens bewijs van het tegendeel — bepaalde betwiste feiten als vaststaand moeten worden aangemerkt. Zulks kan door de rechter ook worden aangenomen op grond van in het geding geproduceerde bewijsmiddelen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.