NJ 1997, 178
Schadeverzekering / vertraging schadeafwikkeling door verzekeraar / ten gevolge hiervan door aandeelhouders schadelijdende vennootschap geleden afgeleide schade / novum in cassatie
HR 29-11-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2214 (Cri Cri/Amersfoortse)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1996
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Neleman, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16136
- Conclusie
A-G Vranken
- LJN
ZC2214
- Roepnaam
Cri Cri/Amersfoortse
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2214, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1996
- Wetingang
BW art. 6:95; BW art. 6:119; BW art. 6:248; Rv (oud) art. 419
Essentie
Schadeverzekering. Vertraging schadeafwikkeling door verzekeraar. Ten gevolge hiervan door aandeelhouders van schadelijdende vennootschap geleden afgeleide schade. Novum in cassatie.
Samenvatting
Bij zijn beantwoording van de vraag of de verzekeraar tot vergoeding moet worden veroordeeld van de door de aandeelhouders geleden schade, heeft het hof tot uitgangspunt genomen de door de Hoge Raad in zijn arrest van 2 dec. 1994, NJ 1995, 288 aanvaarde regel, waaruit het — met juistheid — heeft afgeleid dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord ingeval deze schade louter valt aan te merken als een afgeleide van die welke de vennootschap heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.