NJ 1997, 279
Twee maal verstek / verdachte deed geen afstand van zijn aanwezigheidsrecht nu hij in appelakte ander dan zijn GBA-adres opgaf / nu appeldagvaarding niet naar opgegeven adres is gestuurd moest worden onderzocht of er reden tot schorsing was
HR 26-11-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC9541, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 1996
- Magistraten
Hermans, Davids, Keijzer, Schipper, Corstens
- Zaaknummer
103562
- Conclusie
A-G Van Dorst
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
ZC9541
- JCDI
JCDI:ADS113228:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC9541, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑1996
- Wetingang
Sv art. 271; Sv art. 277 lid 3; Sv art. 588 lid 3 onder c; EVRM art. 6 lid 1; IVBP art. 14 lid 3 onder d; GBA art. 66; GBA art. 147
Essentie
Twee maal verstek. Verdachte deed geen afstand van zijn aanwezigheidsrecht nu hij in de appelakte een ander dan zijn GBA-adres opgaf. Nu de appeldagvaarding niet naar het opgegeven adres is gestuurd moest worden onderzocht of er reden tot schorsing was.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 20 september 1995 in de strafzaak tegen J.L.G.K., te Hoensbroek, adv. mr. J.W. Rauh te Hoensbroek.
Procesgang
(HR 4.1.) De inleidende dagvaarding is op 8 juli 1994 op het door de verdachte bij de politie opgegeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.