NJ 1997, 210
Ontoereikend bewijs van verwerven cfm. 416 lid 1 onder a Sv op grond van tijdelijkheid van voor een ander onder zich hebben
HR 26-11-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC9539
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 1996
- Magistraten
Haak, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Schipper, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
103298
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZC9539
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC9539, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑1996
- Wetingang
Sr art. 416 lid 1 onder a
Essentie
Ontoereikend bewijs dat verdachte de voorwerpen had verworven, nu hij deze tijdelijk voor een ander onder zich had.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 oktober 1995 in de strafzaak tegen G.B., te Amsterdam, adv. mr. G.P. Hamer te Amsterdam.
Hof:
Bewezenverklaring en bewijsvoering
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
hij in de periode van 12 december 1993 tot 14 december 1993 te Amsterdam ABN AMRO Eurocheques en een ABN AMRO Eurobankpas heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van deze goederen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.