NJ 1997, 187
Hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders B.V. ex 2:69 en 180 BW (niet volstorting aandelen) strekt zich niet uit tot verbintenissen uit de wet, zoals die tot afdracht sociale verzekeringspremies
HR 04-10-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2160, m.nt. J.M.M. Maeijer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 1996
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk
- Zaaknummer
16 079
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
ZC2160
- JCDI
JCDI:ADS63204:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2160, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑1996
- Wetingang
BW art. 2:69; BW art. 2:180 (oud); BW art. 2:180
Samenvatting
De verplichting tot afdracht van premies sociale verzekering vloeit niet voort uit een rechtshandeling, doch uit de wet. Hieraan doet niet af dat de omstandigheden waaraan de wet het rechtsgevolg van een premie-afdrachtverplichting verbindt — de verschuldigdheid van loon op grond van een arbeidsovereenkomst — op hun beurt het gevolg zijn van een rechtshandeling (het aangaan van de arbeidsovereenkomst). De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt niet voor verbintenissen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.