NJ 1997, 147
Onrechtmatige daad; verkeer; automobilist rijdt fietser aan / overmacht
HR 04-10-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2155, m.nt. C.J.H. Brunner
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Neleman, Heemskerk
- Zaaknummer
16017
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC2155
- JCDI
JCDI:ADS63197:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2155, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑1996
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige daad; verkeer; automobilist rijdt fietser aan. Overmacht.
Samenvatting
Beroep op overmacht van een door een fietser of voetganger op grond van art. 31 (oud) WVW aangesproken eigenaar van een motorrijtuig gaat slechts op als hij aannemelijk maakt dat aan de bestuurder van het motorrijtuig ter zake van de wijze waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen, voor zover van belang voor de veroorzaking van het ongeval, rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt, waarbij eventuele fouten van andere weggebruikers — daaronder begrepen het slachtoffer zelf — alleen van belang zijn, indien zij voor de bestuurder van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.