NJ 1997, 624
Nationaliteitsrecht / gevolg (naar oud recht) erkenning en wettiging door geboorte Nederlands kind door niet-Nederlandse vader
HR 27-09-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2151, m.nt. H.U. Jessurun d'Oliveira
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 1996
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann
- Zaaknummer
8777
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
H.U. Jessurun d'Oliveira
- LJN
ZC2151
- JCDI
JCDI:ADS143030:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2151, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑1996
- Wetingang
W Ned art. 2ter
Essentie
Nationaliteitsrecht. Gevolg (naar oud recht) van erkenning en wettiging van een door geboorte Nederlands kind door niet-Nederlandse vader.
Samenvatting
Kind door geboorte van Nederlandse èn Nieuw-Zeelandse nationaliteit wordt erkend door Nieuw-Zeelandse vader en gewettigd. Het verkreeg daardoor geen andere nationaliteit. Nu daarmee is voldaan aan de in het slot van art. 2ter lid 2 van de wet van 12 dec. 1892, Stb. 268, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap gestelde voorwaarde, verliest het daardoor niet (met terugwerkende kracht) de Nederlandse nationaliteit. Onjuist is de interpretatie van die bepaling dat met de hierin gegeven regeling slechts is beoogd te bewerkstelligen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.