NJ 1997, 496
Niet voortdurende erfdienstbaarheid ontstaan door bestemming
HR 27-09-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2147, m.nt. W.M. Kleijn
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 1996
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk
- Zaaknummer
15984
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
ZC2147
- JCDI
JCDI:ADS63186:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2147, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑1996
- Wetingang
art. 724 BW (oud); art. 747 BW (oud)
Essentie
Niet voortdurende erfdienstbaarheid ontstaan door bestemming.
Samenvatting
De erfdienstbaarheid van voetpad is in de regel niet voortdurend. In casu uitzondering gerechtvaardigd geacht. Het gaat hier om het gebruik, via het lijdend erf, van een deur die zich bevindt in een muur welke de beide erven van elkaar scheidt. Het hof heeft beslissend geacht dat de eigenaar van het heersend erf die deur slechts kan bereiken door, via een andere, eveneens op de grens van de beide erven in zijn pand aanwezige deur, het lijdend erf te betreden. De erfdienstbaarheid wordt dan ook veeleer gekenmerkt door het moeten dulden van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.