NJ 1998, 415
Onrechtmatige daad wegbeheerder / onvoldoende waarschuwing slipgevaar
HR 06-09-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2128, m.nt. C.J.H. Brunner (Annema/Staat,slipgevaar)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 1996
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Neleman, Heemskerk
- Zaaknummer
16055
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC2128
- Roepnaam
Annema/Staat
slipgevaar
- JCDI
JCDI:ADS63207:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2128, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑1996
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Onrechtmatige daad wegbeheerder. Onvoldoende waarschuwing slipgevaar.
Samenvatting
Volgens 's hofs oordeel is het van algemene bekendheid dat in een situatie waarin het gevaar van opspattende stenen bestaat, steeds ook gevaar van slippen over losliggende stenen bestaat, zodat het voor eerstvermeld gevaar waarschuwende bord tevens (voldoende) voor slipgevaar waarschuwt. Daargelaten of het inderdaad juist is dat in bedoelde situatie steeds of in de regel slipgevaar bestaat, valt in elk geval niet in te zien dat dit zo algemeen bekend is dat de bestuurder van een auto bij het zien van een bord dat voor opspattende stenen waarschuwt op de wijze waarop ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.