NJ 1997, 358
Wet BOPZ / geen cassatieberoep van beslissing aangaande relatieve bevoegdheid rechtbank / termijn voor beslissing rechter / geneeskundige verklaring; beoordeling of zij voldoende recent is; onafhankelijkheid psychiater
HR 16-08-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2124, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 augustus 1996
- Magistraten
Haak, Davids, Neleman, Herrmann, Koster, Asser
- Zaaknummer
8866
- Noot
J. de Boer
- LJN
ZC2124
- JCDI
JCDI:ADS114499:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2124, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑08‑1996
- Wetingang
Essentie
Wet BOPZ. Geen cassatieberoep van beslissing aangaande relatieve bevoegdheid rechtbank. Termijn voor beslissing rechter. Geneeskundige verklaring; beoordeling of zij voldoende recent is; onafhankelijkheid psychiater.
Samenvatting
Ten aanzien van cassatieberoep van beslissing aangaande relatieve bevoegdheid zelfde beslissing als in de hierboven afgedrukte zaak.
Het betoog dat de termijn van drie weken, genoemd in art. 9 lid 1 tweede volzin, in dit geval van toepassing is omdat de betrokkene ten tijde van het aanhangig maken van de vordering in het psychiatrisch ziekenhuis verbleef miskent dat voor de toepasselijkheid van die termijn als criterium geldt dat de vordering betrekking heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.