NJ 1997, 37
Ondernemingsrecht / enquête / verhaal door rechtspersoon kosten onderzoek op bestuurders en commissarissen / vervolg van Hof Amsterdam (OK) 1 dec. 1994, NJ 1995, 584
HR 16-08-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AD2594, m.nt. J.M.M. Maeijer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 augustus 1996
- Magistraten
R.J.J. Jansen, Bellaart, De Moor, Van der Putt-Lauwers, Van Brunschot, Van Soest
- Zaaknummer
58
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AD2594
- JCDI
JCDI:ADS63479:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AD2594, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑08‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AD2594, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑08‑1996
- Wetingang
BW art. 2:9; BW art. 2:350; BW art. 2:354
Essentie
Ondernemingsrecht. Enquête. Verhaal door rechtspersoon van kosten onderzoek op bestuurders en commissarissen. Vervolg van Hof Amsterdam (OK) 1 dec. 1994, NJ 1995, 584.
Samenvatting
De rechtspersoon is jegens de onderzoekers direct aansprakelijk voor de kosten. Het bepaalde in art. 2:354 BW dat onder bepaalde omstandigheden de rechtspersoon de kosten van het onderzoek kan verhalen op de daar genoemde personen, heeft het oog op de individuele draagplicht van een (rechts)persoon die in de sfeer van de rechtspersoon is opgetreden en die voor het slecht functioneren van de rechtspersoon verantwoordelijk wordt gehouden. I.c. niet het geval. Naast ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.