NJ 1997, 376
Omvang hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurder voor belastingschuld van gefailleerde vennootschappen die fiscale eenheid vormden
HR 21-06-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2108, m.nt. Ch.J. Langereis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 1996
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Vranken
- Zaaknummer
16038
- Noot
Ch.J. Langereis
- LJN
ZC2108
- JCDI
JCDI:ADS63217:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2108, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑1996
- Wetingang
Inv.w 1990 art. 36
Essentie
Omvang hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurder voor belastingschuld van gefailleerde vennootschappen die fiscale eenheid vormden.
Samenvatting
Art. 36 lid 1 Invorderingswet 1990 beperkt de in de volgende leden uitgewerkte hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders tot belasting die ‘verschuldigd’ is door ‘een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat volledig rechtsbevoegd is, voor zover het aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen’. Een fiscale eenheid als bedoeld in art. 7 lid 4 Wet op de omzetbelasting 1968 kan niet als een zodanig lichaam worden aangemerkt.
Art. 36 heeft slechts betrekking op bestuurdersaansprakelijkheid voor loon- of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.