NJ 1996, 524
Faillissement / misbruik van bevoegdheid
HR 10-05-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2076
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 mei 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Herrmann, Nieuwenhuis, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
8819
- LJN
ZC2076
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2076, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑1996
- Wetingang
Essentie
Faillissement. Misbruik van bevoegdheid.
Samenvatting
Voor zover het middel met zijn verwijzing naar art. 3:13 BW strekt ten betoge dat de schuldeiseres haar bevoegdheid faillietverklaring van de schuldenaar te verzoeken misbruikt omdat eerstgenoemde recht van hypotheek heeft op een aan de schuldenaar toebehorend goed faalt het. De enkele omstandigheid dat een schuldeiser een recht van hypotheek heeft op een aan de schuldenaar toebehorend goed, versteekt de hypotheekhouder niet van de bevoegdheid om, indien de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, diens faillietverklaring te verzoeken (vgl. HR 18 juni 1982, NJ 1983, 1) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.