NJ 1996, 490
Geschil tussen voormalig exploitante onroerend goed en haar hypotheekbank over eindafrekening na onderhandse verkoop / last en volmacht, hoofdelijke aansprakelijkheid, boeterenteclausule en boekenclausule / informatieplicht bank
HR 26-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2055
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Neleman, Herrmann, Nieuwenhuis, Hartkamp
- Zaaknummer
15964
- LJN
ZC2055
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Informatierecht (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2055, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑1996
- Wetingang
BW art. 7:403
Essentie
Geschil tussen voormalig exploitante van onroerend goed en haar hypotheekbank over de eindafrekening na onderhandse verkoop. Last en volmacht, hoofdelijke aansprakelijkheid, boeterenteclausule en boekenclausule. Informatieplicht bank.
Samenvatting
Falende klachten tegen 's hofs oordelen over de aan de hypotheekbank verleende onherroepelijke last en volmacht, de hoofdelijke aansprakelijkheid en de overeengekomen boeterente.
Een bank heeft de plicht — zoals voor het huidige recht voortvloeit uit art. 7:403 BW — de cliënt behoorlijk te informeren omtrent alle werkzaamheden die uit de opdracht aan de bank voortvloeien. Een boekenclausule als de onderhavige staat daaraan niet in de weg. Een dergelijke boekenclausule ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.