JAR 1996, 116
HR, 19-04-1996, nr. 15970
HR 19-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2041
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 1996
- Magistraten
Mrs Roelvink, Korthals Altes, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
15970
- LJN
ZC2041
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2041, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑1996
- Wetingang
BBA 1945 art. 6; BW art. 7A:1639o
Samenvatting
De arbeidsovereenkomst van een werknemer die voor zes maanden in dienst is getreden wordt na die periode voortgezet. Na drie maanden zegt de werkgever het dienstverband zonder toestemming van de RDA op. Ruim één jaar later verkrijgt de werkgever alsnog ontslagvergunning, waarna hij het dienstverband, voor zover vereist, opzegt. Inmiddels heeft de werknemer de nietigheid ingeroepen en doorbetaling van loon gevorderd. De Kantonrechter verklaart de werknemer niet ontvankelijk. In hoger beroep vernietigt de Rechtbank het vonnis en staat de werkgever toe te bewijzen dat er destijds sprake is geweest van beëindiging met wederzijds goedvinden. Op grond van de getuigenverklaringen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.