NJ 1996, 451
Huur bedrijfsruimte vaststelling huurprijs overgangsrecht procesrecht / appel bij dagvaarding i.p.v. bij beroepschrift niet-ontvankelijk
HR 12-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2032 (Donders/Hoogenbosch Schoenen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Herrmann, Vranken
- Zaaknummer
15913
- LJN
ZC2032
- Roepnaam
Donders/Hoogenbosch Schoenen
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2032, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1996
- Wetingang
BW art. 7A:1632a; EVRM art. 6; Rv (oud) art. 429a; Rv (oud) art. 429o; Wet 31 jan. 1991 Stb. 50 art. XIII
Essentie
Huur van bedrijfsruimte. Vaststelling huurprijs. Overgangsrecht procesrecht (art. ⅩⅢ wet van 31 jan. 1991, Stb. 1991, 50). Appel bij dagvaarding i.p.v. bij beroepschrift niet-ontvankelijk.
Samenvatting
Nu het inleidend verzoekschrift was ingediend vóór het in werking treden van de nieuwe wettelijke regeling bleef in deze zaak de oude regeling (verzoekschriftprocedure) van toepassing. De enkele omstandigheid dat naar de sedert 30 dec. 1991 geldende tekst van art. 7A:1632 BW de vordering tot vaststelling van de huurprijs van bedrijfsruimte bij dagvaarding moet worden ingeleid en dan ook het hoger beroep bij dagvaarding moet worden ingesteld, kan geen grond opleveren om de voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.