NJ 1996, 436
Betwisting in kantongerechtsprocedure
HR 29-03-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2030
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 1996
- Magistraten
Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, Vranken
- Zaaknummer
15939
- LJN
ZC2030
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC2030, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑1996
- Wetingang
Rv (oud) art. 105; Rv (oud) art. 109
Essentie
Betwisting in de kantongerechtsprocedure.
Samenvatting
Het stond de gedaagde vrij, nadat hij een met redenen omkleed schriftelijk antwoord als bedoeld in art. 105 Rv had ingediend, zijn bij antwoord gevoerde verweer in zijn schriftelijke toelichting als bedoeld in art. 109 aan te vullen door alsnog een stelling van de wederpartij te betwisten zonder te verklaren waarom hij die stelling niet eerder had weersproken.
Partij(en)
Johanna Maria Tettero-Blommaert, weduwe en opvolgster onder algemene titel van wijlen Johannes Cornelis Tettero, te Voorburg, eiseres tot cassatie, adv. mr. B.B. Jagt,
tegen
Reinier Louis Maria Smeenk, te Voorburg, verweerder in cassatie, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.