NJ 1996, 434
Kort geding / bevel tot depot van valsheid betichte wissels onder notaris ten behoeve van handschriftonderzoek / rechtsgevolg vernietiging vonnis waarbij beslag opgeheven / bevoegdheid kort-gedingrechter tot opheffing
HR 23-02-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AD2496 (DKHB/KIVO)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 februari 1996
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Vranken
- Zaaknummer
15886
- LJN
AD2496
- Roepnaam
DKHB/KIVO
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AD2496, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑02‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AD2496, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑1996
- Wetingang
Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 513a; Rv (oud) art. 705; Rv (oud) art. 711; Fw art. 33; K art. 100
Essentie
Kort geding. Bevel tot depot van valsheid betichte wissels onder notaris ten behoeve van handschriftonderzoek. Rechtsgevolg van vernietiging van vonnis waarbij beslag is opgeheven. Bevoegdheid kort-gedingrechter tot opheffing.
Samenvatting
Of een vordering als hier aan de orde (tot depot van de wissels onder een notaris voor handschriftonderzoek) toewijsbaar is, hangt hiervan af of degene die die vordering instelt daarbij een rechtmatig en voldoende zwaarwegend belang heeft, gelet op alle omstandigheden van het geval, waaronder de belangen van de wederpartij en hetgeen over en weer door partijen is gesteld.
Een beslag dat bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.