NJ 1996, 667
Zeerecht / hulploon / begrip ‘gevaar’ nader bepaald: opvatting Cleveringa verworpen ten gunste van die van Molengraaff / rechtsvinding
HR 09-02-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1985, m.nt. R.E. Japikse (Frio Alaska)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 1996
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Nieuwenhuis, Asser
- Zaaknummer
[1996-02-09/SES_29236]
- Noot
R.E. Japikse
- LJN
ZC1985
- Roepnaam
Frio Alaska
- JCDI
JCDI:ADS156694:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC1985, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑1996
- Wetingang
BW art. 8:557; BW art. 8:560
Essentie
Zeerecht. Hulploon. Het begrip ‘gevaar’ nader bepaald: de opvatting van Cleveringa wordt verworpen ten gunste van die van Molengraaff. Rechtsvinding.
Samenvatting
Bij de uitleg van het begrip ‘gevaar’ als bedoeld in art. 8:557 lid 1 BW dient te worden uitgegaan van hetgeen in art. 1 van het Brusselse Verdrag van 1910 wordt bedoeld met ‘danger’. Bij gebreke van een nadere omschrijving in het Verdrag of gegevens uit de wordingsgeschiedenis, acht de Hoge Raad van belang welke opvattingen bestaan in de landen die partij zijn bij het Verdrag.
In Nederland is volgens de ruime opvatting, zoals tot uitdrukking gekomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.