NJ 1996, 378
Vrijwaring / appellabiliteit vonnis
HR 26-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1975
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 januari 1996
- Magistraten
Mijnssen, Heemskerk, Swens-Donner, Strikwerda
- Zaaknummer
15892
- LJN
ZC1975
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC1975, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑1996
- Wetingang
Rv (oud) art. 68; Rv (oud) art. 69; Rv (oud) art. 70; Rv (oud) art. 71; Rv (oud) art. 72; Rv (oud) art. 73; Rv (oud) art. 74; RO art. 38
Essentie
Vrijwaring. Appellabiliteit vonnis.
Samenvatting
De vatbaarheid voor hoger beroep van een in een vrijwaringsprocedure gewezen vonnis hangt niet af van de vordering in de hoofdprocedure, maar van de vordering in de vrijwaringsprocedure waarover vonnis is gewezen.
De kantonrechter heeft in de vrijwaringszaak gedaagde veroordeeld om aan eiser te betalen al datgene waartoe zij als gedaagde in de hoofdzaak is veroordeeld. De vordering van eiser in de vrijwaringsprocedure omvatte derhalve niet alleen de hoofdsom in de hoofdprocedure maar ook de wettelijke rente daarover en de in de hoofdzaak geliquideerde proceskosten (vgl. HR 8 jan. 1954, NJ 1954, 82) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.