NJ 1998, 295
Dwangsom / uitleg vonnis eerste rechter/vragen van uitleg 1 lid 3 Eenvormige Beneluxwet
HR 12-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1954
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 januari 1996
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
15865
- Conclusie
A-G Asser
- LJN
ZC1954
- JCDI
JCDI:ADS113734:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC1954, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑01‑1996
- Wetingang
Rv (oud) art. 176; Rv (oud) art. 611a; Eenvormige Wet Dwangsom art. 1
Essentie
Dwangsom. Uitleg vonnis eerste rechter. Vragen van uitleg art. 1 lid 3 Eenvormige Beneluxwet.
Samenvatting
Door het instellen van appel wordt de executie van het vonnis, waarbij de rechtbank gedaagde heeft veroordeeld tot opheffing van beslagen binnen vier dagen, geschorst. Nadien wordt het in appel bekrachtigd.
Binnen het door het partijdebat gegeven kader was het hof vrij in zijn oordeelsvorming omtrent de vragen aangaande de uitleg van de door de rechtbank gegeven termijn voor het opheffen van de beslagen, zonder gebonden te zijn aan de door partijen verdedigde uitleg. Het hof heeft dan ook het in art. 176 lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.