NJ 1996, 333
Appellabiliteit vonnis kantonrechter / vordering betreffende gedeelte schuld
HR 05-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1948
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 januari 1996
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Mok
- Zaaknummer
15943
- LJN
ZC1948
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZC1948, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑01‑1996
- Wetingang
RO art. 38
Essentie
Appellabiliteit vonnis kantonrechter. Vordering betreffende een gedeelte van de schuld.
Samenvatting
Het stelsel van art. 38 aanhef en onder 2° Wet RO brengt mee dat het beloop van het door eiser gevorderde bedrag niet uitsluitend bepalend is voor de bevoegdheid van de kantonrechter — die immers mede wordt bepaald door het door de gedaagde gevoerde verweer —, doch wèl voor de appellabiliteit van diens vonnis, nu deze immers enkel moet worden beoordeeld aan de hand van de vordering waarover door hem moest worden gevonnist (HR 24 april 1987, NJ 1988, 133 en HR 26 april ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.