NJ 1996, 418
Arbeidszaak (overgang onderneming) / verjaring; niet ambtshalve; eisen aan beroep daarop / verjaringstermijn 7A:1639u BW geldt niet bij nietigheid wegens ontbreken ontslagvergunning / bij ontslag wegens overgang onderneming inroepen nietigheid ontslag niet nodig; vervaltermijn 9 lid 2 BBA mist dan toepassing; richtlijnconforme interpretatie
HR 29-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1943, m.nt. P.A. Stein (Buyck/Van den Ameele)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 december 1995
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15899
- Noot
P.A. Stein
- LJN
ZC1943
- Roepnaam
Buyck/Van den Ameele
- JCDI
JCDI:ADS113741:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1943, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑12‑1995
- Wetingang
BW art. 3:322; BW art. 7A:1639u; BW art. 7A:1639aa; BBA art. 9; EG-Richtlijn nr. 77/187 art. 4
Essentie
Arbeidszaak i.v.m. overgang onderneming. Verjaring; niet ambtshalve; eisen aan beroep daarop. Verjaringstermijn art. 7A:1639u BW geldt niet bij nietigheid wegens ontbreken ontslagvergunning. Bij ontslag wegens overgang onderneming is inroepen nietigheid ontslag niet nodig; vervaltermijn art. 9 lid 2 BBA mist dan toepassing; richtlijnconforme interpretatie.
Samenvatting
In art. 3:322 lid 1 BW, waarin wordt bepaald dat de rechter het middel van verjaring niet ambtshalve mag toepassen, ligt besloten dat degene die zich op verjaring beroept met voldoende duidelijkheid dient aan te geven op welke verjaring hij het oog heeft, wil dit beroep kunnen slagen.