NJ 1996, 509
Misleidende reclame voor luiers / onrechtmatig handelen / verbodsactie / vraag of deze moet worden toegewezen / kort geding: belangenafweging / geen extra motiveringseisen
HR 15-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1919, m.nt. D.W.F. Verkade (Procter & Gamble/Kimberly Clark)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 1995
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Vranken
- Zaaknummer
15830
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
ZC1919
- Roepnaam
Procter & Gamble/Kimberly Clark
- JCDI
JCDI:ADS113684:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1919, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑1995
- Wetingang
BW art. 3:296; BW art. 6:162; BW art. 6:196; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 290; Rv (oud) art. 291; Rv (oud) art. 292; Rv (oud) art. 293; Rv (oud) art. 294; Rv (oud) art. 295; Rv (oud) art. 296; Rv (oud) art. 297
Essentie
Misleidende reclame voor luiers. Onrechtmatig handelen. Verbodsactie. Vraag of deze moet worden toegewezen. Kort geding: belangenafweging. Geen extra motiveringseisen.
Samenvatting
Ingevolge art. 3:296 lid 1 BW is de rechter die heeft vastgesteld dat de verwerende partij verplicht is bepaalde gedragingen na te laten, gehouden aan deze partij een desbetreffend verbod op te leggen, behoudens de in dat artikel bedoelde uitzonderingen. Indien tevens art. 6:196 lid 1 van toepassing is, brengt dit in deze regel geen verandering.
De aard van het kort geding brengt mee dat, zo naar het voorlopig oordeel van de kort-gedingrechter de verwerende partij verplicht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.