NJ 1996, 405
Erkenning kind / moeder weigert toestemming / weigering heeft na overlijden moeder geen effect / 8 EVRM; family life / recht op respect voor privé-leven / belangenafweging/inwinnen advies Raad voor de Kinderbescherming
HR 08-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1917, m.nt. J. de Boer (Rózanski,Yousef)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 1995
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Moltmaker
- Zaaknummer
8659
- Noot
J. de Boer
- LJN
ZC1917
- Roepnaam
Rózanski
Yousef
- JCDI
JCDI:ADS114378:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1917, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑1995
- Wetingang
EVRM art. 8; BW art. 1:21 (oud); BW art. 1:29 (oud); BW art. 1:223; BW art. 1:224; BW art. 1:225; BW art. 1:226; Rv (oud) art. 810; Rv (oud) art. 902a
Essentie
Erkenning kind. Moeder weigert toestemming. Weigering heeft na overlijden moeder geen effect. Art. 8 EVRM. Family life. Recht op respect voor privé-leven. Belangenafweging. Inwinnen advies van de Raad voor de Kinderbescherming.
Samenvatting
Het toestemmingsvereiste beoogt vooral de bescherming van het onderlinge familie- of gezinsleven (en van het privé-leven) van moeder en kind (vgl. HR 18 mei 1990, NJ 1991, 374) en geldt enkel tijdens het leven van de moeder. Een uitdrukkelijke weigering door de moeder, hoezeer ook ingegeven door haar oordeel omtrent het belang van het kind, staat erkenning na haar dood niet in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.