NJ 1997, 163
Ingetrokken beschikking heeft geen formele rechtskracht / belastingschade in casu geen vertragingsschade in de zin van 1286 BW (oud) en 6:119 BW
HR 08-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1914, m.nt. M. Scheltema (Bedrijfsvereniging/Heijboer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 1995
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Koopmans
- Zaaknummer
15868
- Noot
M. Scheltema
- LJN
ZC1914
- Roepnaam
Bedrijfsvereniging/Heijboer
- JCDI
JCDI:ADS63150:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1914, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑1995
- Wetingang
BW art. 1286 (oud); BW art. 1401 (oud); BW art. 6:119; BW art. 6:162
Essentie
Ingetrokken beschikking heeft geen formele rechtskracht. Belastingschade in casu geen vertragingsschade in de zin van art. 1286 BW (oud) en art. 6:119 BW.
Samenvatting
Nu de beslissing van de bedrijfsvereniging bij de latere beslissing is ingetrokken onder mededeling dat zulks is geschied omdat zij onjuist is, komt aan die ingetrokken beslissing geen formele rechtskracht toe. Veeleer behoort de burgerlijke rechter in een zodanig geval bij zijn beoordeling van een vordering als de onderhavige de onjuistheid van die beslissing tot uitgangspunt te nemen.
Belastingschade als waarvan hier sprake is, valt buiten de schade wegens vertraging in de betaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.