NJ 1996, 285
Onrechtmatige daad / profiteren van aan samenwonende partner ten onrechte verstrekte bijstandsuitkering / bewijslast
HR 08-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1913
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Koopmans
- Zaaknummer
15860
- LJN
ZC1913
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1913, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑1995
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 3:37; BW art. 6:162; Rv (oud) art. 177
Essentie
Onrechtmatige daad. Profiteren van aan samenwonende partner ten onrechte verstrekte bijstandsuitkering. Bewijslast.
Samenvatting
Wil het profiteren door de samenwonende partner van degene die ten onrechte een uitkering geniet als onrechtmatig worden aangemerkt, dan zijn bijkomende door de gemeente te bewijzen omstandigheden vereist, zoals bijvoorbeeld dat de partner bewust en stelselmatig van de uitkering heeft geprofiteerd.
Partij(en)
De gemeente Franekeradeel, te Franeker, eiseres tot cassatie, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
B., te Dongjum, verweerder in cassatie, adv. mr. V.K. Budhu Lall.
Voorgaande uitspraak
Hof:
(…)
3
De Gemeente heeft bij inleidende dagvaarding aan haar vordering de stelling ten grondslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.