NJ 1999, 338
Bevoegdheid Nederlandse k.g.-rechter tot betaling geldvordering uit overeenkomst / forum non conveniens, forum solutionis en forum actoris / bodemprocedure; arbitrage / prejudiciële vragen aan HvJ EG
HR 08-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1910
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner
- Zaaknummer
15845
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
ZC1910
- JCDI
JCDI:ADS63141:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1910, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑1995
- Wetingang
Essentie
Internationaal privaatrecht. Bevoegdheid Nederlandse rechter in kort geding tot betaling van geldvordering uit overeenkomst. Forum non conveniens, forum solutionis en forum actoris. Bodemprocedure; arbitrage. Prejudiciële vragen aan HvJ EG.
Samenvatting
De Hoge Raad stelt aan het Hof van Justitie EG vragen van uitlegging van het EEX over de bevoegdheid van de kort geding rechter in een geval als het onderhavige.
Partij(en)
Van Uden Maritime B.V., tevens handelende onder de naam Van Uden Africa Line, te Rotterdam, eiseres tot cassatie, adv. mr L.M. Ebbekink,
tegen
- 1.
De vennootschap naar de plaats harer vestiging Kommanditgesellschaft in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.