NJ 1997/28
Internationale echtscheiding betekening inleidend verzoekschrift in Frankrijk heropening behandeling in cassatie i.v.m. ambtshalve aan de orde gestelde vraag
HR 01-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1906
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 december 1995
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Strikwerda
- Zaaknummer
8680
- LJN
ZC1906
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1906, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑1995
- Wetingang
Essentie
Internationale echtscheiding. Betekening inleidend verzoekschrift in Frankrijk. Heropening behandeling in cassatie i.v.m. ambtshalve aan de orde gestelde vraag.
Samenvatting
Vooropgesteld moet worden dat Nederland en Frankrijk partij zijn bij het Betekeningsverdrag van 1965, alsmede dat de vrouw ten tijde van het indienen van het inleidend verzoekschrift in Frankrijk woonde en aldaar een bekend adres had. Dit brengt mee dat het middel — dat erop neerkomt dat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat het verzoekschrift op de voorgeschreven wijze is betekend — in verband met het bepaalde in art. 48 Rv, de vraag doet rijzen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.