NJ 1996, 145
Schade aan landgoed door grondwaterwinning gemeente / vordering tot herstel in de oude toestand / geen recht op immateriële schadevergoeding / ingangsdatum wettelijke rente / compensatoire rente
HR 17-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1883
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 november 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Koopmans
- Zaaknummer
15807
- LJN
ZC1883
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1883, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑11‑1995
- Wetingang
GWW Waterleidingbedrijven art. 6; GWW Waterleidingbedrijven art. 19; BW art. 1286 (oud)
Essentie
Schade aan landgoed door grondwaterwinning gemeente. Vordering tot herstel in de oude toestand. Geen recht op immateriële schadevergoeding.Ingangsdatum wettelijke rente. Compensatoire rente.
Samenvatting
Niet blijk van een onjuiste opvatting omtrent de betekenis van de Grondwaterwet Waterleidingbedrijven (GWB) geeft het oordeel dat, aangezien art. 6 eiser verplicht de onttrekking te gedogen, behoudens schadevergoeding, de grondslag ontbreekt voor een vordering tot herstel in de oude toestand.
In de GWB ontbreekt grond voor vergoeding van immateriële schade en dat wordt niet anders voor zover de vordering is gebaseerd op onrechtmatige daad.
Nu eiser niet eerder heeft aangemaand, is, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.