NJ 1996, 125
Arbeidsovereenkomst / ontslag op staande voet na onenigheid tussen werkgever en werknemer over opname vakantie / CAO Horeca- en Aanverwante bedrijf / uitleg 7A:1638gg BW / redelijkheid en billijkheid / dringende reden
HR 10-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1874
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 november 1995
- Magistraten
Royer, Roelvink, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
15742
- LJN
ZC1874
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1874, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑1995
- Wetingang
BW art. 7A:1638ff; BW art. 7A:1638gg; BW art. 7A:1639o
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontslag op staande voet na onenigheid tussen werkgever en werknemer over opname vakantie. CAO voor het Horeca- en Aanverwante bedrijf. Uitleg art. 7A:1638gg BW. Redelijkheid en billijkheid. Dringende reden.
Samenvatting
Aan het bepaalde in art. 12§ 4lid 1 van de CAO voor het Horeca- en Aanverwante bedrijf kan de werknemer geen aanspraak jegens zijn werkgever ontlenen om zijn vakantie op te nemen.
Art. 1638gg lid 1 slotzin BW strekt ter vermijding van het — zich te dezer zake niet voordoende — geval dat de werkgever, met veronachtzaming van de belangen van de werknemer, deze op onredelijk korte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.