NJ 1996, 141
Bekrachtiging door BV in oprichting die partijen bij totstandkoming overeenkomst op het oog hadden; bevrijding uit hoofdelijke aansprakelijkheid.
HR 03-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1869 (Van der Heijden,Infokab)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 november 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15820
- LJN
ZC1869
- Roepnaam
Van der Heijden
Infokab
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1869, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑1995
- Wetingang
BW art. 2:93; BW art. 2:203
Essentie
Bekrachtiging door besloten vennootschap in oprichting die partijen bij het tot stand komen van de overeenkomst op het oog hadden; bevrijding uit hoofdelijke aansprakelijkheid.
Samenvatting
Uit het bepaalde in art. 2:203 eerste en tweede lid BW vloeit voort dat een persoon die een overeenkomst heeft gesloten met een ander die namens een op te richten besloten vennootschap handelt, slechts uit die overeenkomst kan worden aangesproken door een nadien opgerichte besloten vennootschap, wanneer deze laatste de overeenkomst uitdrukkelijk of stilzwijgend heeft bekrachtigd en bovendien moet worden aangemerkt als de vennootschap die partijen op het oog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.