NJ 1996, 215
Verhaal saneringskosten ex 21 IBS/overdracht onderneming die voormalig bedrijfsterrein verontreinigde/verkrijger niet aansprakelijk op grond ‘vereenzelviging’; geen overgang schuld met onderneming/zelfstandige onrechtmatige daad verkrijger; overdracht gericht op benadeling Staat in verhaal
HR 03-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1865, m.nt. J.M.M. Maeijer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 november 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15782
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
ZC1865
- JCDI
JCDI:ADS48731:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Milieurecht / Bodem
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1865, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑1995
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 2:5; BW art. 2:64; BW art. 2:175; BW art. 6:162; IBS art. 21
Essentie
Verhaal saneringskosten ex art. 21 IBS. Overdracht onderneming die voormalig bedrijfsterrein verontreinigde. Verkrijger niet aansprakelijk op grond ‘vereenzelviging’; geen overgang schuld met onderneming. Zelfstandige onrechtmatige daad verkrijger; overdracht gericht op benadeling Staat in verhaal.
Samenvatting
Het hof heeft overwogen dat de onderneming van de vennootschap en de voordien als eenmanszaak geëxploiteerde onderneming in feite één en dezelfde (voortgezette) onderneming zijn, en heeft — mede gelet op de betrokkenheid van de voormalige exploitant van de onderneming bij de vennootschap — geoordeeld dat de schuld voortvloeiend uit vóór de oprichting van de vennootschap gepleegde onrechtmatige handelingen (mede) op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.