NJ 1996, 121:Terugvordering bijstand; overgangsrecht / appeltermijn; verzending stukken aan oud adres betrokkene

NJ 1996, 121

Terugvordering bijstand; overgangsrecht / appeltermijn; verzending stukken aan oud adres betrokkene

Documentgegevens:

HR 27-10-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1862

Instantie: Hoge Raad
Datum: 27 oktober 1995
Magistraten: Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Vranken
Zaaknummer: 8676
LJN: ZC1862
Vakgebied(en): Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:ZC1862, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑1995
Wetingang: ABW art. 66 (oud); ABW art. 67 (oud); Rv (oud) art. 429r; Besl. oproepingen, mededelingen en zendingen verzoekschriftprocedure art. 6; AWB art. 6:11; AWB art. 6:24

Essentie

Terugvordering bijstand; overgangsrecht. Appeltermijn; verzending stukken aan oud adres betrokkene.

Samenvatting

Beoordeling van de ontvankelijkheid van het hoger beroep aan de hand van art. 66 en 67 (oud) ABW.

Als verzending van een afschrift van de beschikking in de zin van art. 66 lid 1 in verbinding met art. 67 (oud) ABW kan niet gelden een verzending aan een adres waar de betrokkene geen woonplaats (meer) had, tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen (HR 24 april 1992, NJ 1992, 477). De rechtbank heeft overwogen dat de griffie van het kantongerecht de aangetekende stukken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.