NJ 1996, 430
Verhuur door gemeente standplaats woonwagen (8 Woonwagenwet) / hoger beroep; devolutieve werking / aanvulling feitelijke gronden / geen misbruik huuropzeggingsbevoegdheid door woonwagenbewoonster / gemeente geen aanspraak naar burgerlijk recht op vergoeding gebruik standplaats / strekking Woonwagenwet
HR 13-10-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1840, m.nt. M. Scheltema, H.E. Ras (Kallenkoot/Steenwijk)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Leijten
- Zaaknummer
15762
- Noot
M. Scheltema, H.E. Ras
- LJN
ZC1840
- Roepnaam
Kallenkoot/Steenwijk
- JCDI
JCDI:ADS113698:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1840, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑1995
- Wetingang
Essentie
Verhuur door gemeente van standplaats woonwagen in de zin van art. 8 Woonwagenwet. Hoger beroep; devolutieve werking. Aanvulling van feitelijke gronden. Geen misbruik huuropzeggingsbevoegdheid door woonwagenbewoonster. Gemeente heeft geen aanspraak naar burgerlijk recht op vergoeding gebruik standplaats. Strekking Woonwagenwet.
Samenvatting
De woonwagenbewoonster had ‘in volle omvang’ appel ingesteld. Daaruit mocht de rechtbank afleiden dat in volle omvang aan haar was onderworpen de met een grief opgeworpen vraag of de — door de kantonrechter toegewezen — vordering van de gemeente tot huurbetaling toegewezen moest worden. De rechtbank moest dan ook de in eerste aanleg buiten behandeling gebleven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.