NJ 1996, 107
Ontvankelijkheid in cassatie / stelplicht i.v.m. persoonlijk onrechtmatig handelen bestuurder
HR 06-10-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1833
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 1995
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
15738
- LJN
ZC1833
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1833, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑1995
- Wetingang
BW art. 2:8; BW art. 6:162; Rv (oud) art. 177; Rv (oud) art. 400
Essentie
Ontvankelijkheid in cassatie. Stelplicht i.v.m. persoonlijk onrechtmatig handelen bestuurder.
Samenvatting
De Hoge Raad acht een gestelde overeenkomst op grond waarvan de onderhavige procedure zou worden geroyeerd niet aannemelijk nu de ter adstructie daarvan overgelegde stukken niet op voorhand aan de advocaat van verweerders zijn toegezonden en daarom buiten beschouwing blijven. Beroep op niet-ontvankelijkheid verworpen.
Mede gelet op het feit dat het in kort geding had te beslissen kon het Hof volstaan met aan te geven dat eiseres meer feiten en omstandigheden had moeten stellen om te kunnen concluderen dat verweerders persoonlijk onrechtmatig hebben gehandeld bij hun optreden namens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.