NJ 1997, 340
Recht op pleidooi in hoger beroep / verhouding vaststelling in vonnis en audiëntieblad / afwijzing pleidooi en fundamentele beginselen van procesrecht / aanvullen rechtsgronden in cassatie / nadere toelichting partijen en OM gevraagd
HR 29-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1829 (Boumans/'t Plenske,Recht op pleidooi)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 september 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
15778
- LJN
ZC1829
- Roepnaam
Boumans/'t Plenske
Recht op pleidooi
- JCDI
JCDI:ADS63156:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1829, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑1995
- Wetingang
Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 144; Rv (oud) art. 347; Rv (oud) art. 353; Rv (oud) art. 419
Essentie
Recht op pleidooi in hoger beroep. Verhouding vaststelling in vonnis en audiëntieblad. Afwijzing pleidooi en fundamentele beginselen van procesrecht. Aanvullen rechtsgronden in cassatie. Nadere toelichting van partijen en OM gevraagd.
Samenvatting
Art. 144 Rv is als onderdeel van de voorschriften omtrent ‘de wijze van procederen’ in eerste aanleg krachtens art. 347 lid 1 Rv in hoger beroep toepasselijk, ook al komt de bepaling over toelating tot de pleidooien niet voor in de — limitatieve — opsomming van art. 353 lid 1 Rv.
Een beslissing waarbij op verzoek van partijen of één hunner een dag voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.