NJ 1996, 464
Octrooi-kort geding / spoedeisend belang / ter beschikking stellen monsters aan CBG tijdens looptijd octrooi / moratorium na expiratie / machtspositie (86 EG-Verdrag) / maatregelen van gelijke werking en uitzondering (30/36 EG-Verdrag) / prejudiciële vragen aan HvJ EG
HR 29-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1822
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 september 1995
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15736
- LJN
ZC1822
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Recht algemeen (V)
Mededingingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1822, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑1995
- Wetingang
Essentie
Octrooi-kort geding. Spoedeisend belang. Ter beschikking stellen monsters aan CBG tijdens looptijd octrooi. Moratorium na expiratie. Machtspositie (art. 86 EG-Verdrag). Maatregel van gelijke werking en uitzondering (art. 30/36 EG-Verdrag). Prejudiciële vragen aan HvJ EG.
Samenvatting
Het hof heeft (zie arrest hof r.o. 6–9) niet blijk gegeven van een onjuiste opvatting omtrent het voor een vordering in kort geding geldende vereiste van een spoedeisend belang.
Het hof is niet uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting door de duur van het verbod te baseren op de tijd die in werkelijkheid gemoeid zou zijn geweest met het verkrijgen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.