NJ 1996, 104
Nieuwe feiten bij pleidooi in appel; goede procesorde/handelingsonbevoegdheid; verkrijging onroerende zaak door notaris tijdens aanhangige procedure betreffende die zaak
HR 29-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1821
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 september 1995
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Swens-Donner, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
15684
- LJN
ZC1821
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1821, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑1995
- Wetingang
Rv (oud) art. 135; Rv (oud) art. 136; Rv (oud) art. 137; Rv (oud) art. 138; Rv (oud) art. 139; Rv (oud) art. 140; Rv (oud) art. 141; Rv (oud) art. 142; Rv (oud) art. 143; Rv (oud) art. 144; Rv (oud) art. 145; Rv (oud) art. 146; Rv (oud) art. 147; Rv (oud) art. 148; Rv (oud) art. 149; BW art. 1504 (oud); BW art. 1505 (oud); BW art. 3:43
Essentie
Nieuwe feiten bij pleidooi in appel; goede procesorde. Handelingsonbevoegdheid; verkrijging onroerende zaak door notaris tijdens aanhangige procedure betreffende die zaak.
Samenvatting
Het oordeel van het hof, dat appellante in strijd handelde met de beginselen van een goede procesorde door pas bij pleidooi in appel, circa negen jaar na de aanvang van de procedure, een stelling te poneren die afweek van een eerdere stellingname in de procedure, geeft geen blijk van een onjuiste opvatting met betrekking tot hetgeen een goede procesorde eist. Kennelijk was het hof van oordeel dat de bij pleidooi in appel gestelde feiten een nader onderzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.