NJ 1996, 38
Ontbinding arbeidsovereenkomst ex 7A:1639w BW / geen vergoeding toegekend ondanks (partiële) instemming wederpartij met verzoek daartoe / discretionaire bevoegdheid / hoger beroep; geen buiten toepassing laten of treden buiten toepassingsgebied van deze bepaling
HR 22-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1818
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 1995
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
8645
- LJN
ZC1818
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1818, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑1995
- Wetingang
BW art. 7A:1639w; Rv (oud) art. 429n
Essentie
Ontbinding arbeidsovereenkomst ex art. 7A:1639w BW. Geen vergoeding toegekend ondanks (partiële) instemming wederpartij met verzoek daartoe. Discretionaire bevoegdheid. Hoger beroep; geen buiten toepassing laten of treden buiten toepassingsgebied van deze bepaling.
Samenvatting
De bevoegdheid van de kantonrechter om bij inwilliging van een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens verandering in de omstandigheden aan een der partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding toe te kennen, is van discretionaire aard.
Ingeval de kantonrechter met het oog op de omstandigheden van het geval oordeelt dat de billijkheid geen aanleiding voor toekenning van een vergoeding geeft, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.