NJ 1996, 706
Pauliana buiten faillissement / hypotheek ten behoeve van opvolgend economisch eigenaar versus executoriaal beslag ontvanger / waardeloosverklaring / ontvankelijkheid rechtsmiddelen i.v.m. inschrijving ex 3:29 lid 3 BW; overgangsrecht / tijdstip benadeling crediteur
HR 22-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1814, m.nt. H.J. Snijders (Ravast e.a./Ontvanger)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 1995
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Hartkamp
- Zaaknummer
15754
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC1814
- Roepnaam
Ravast e.a./Ontvanger
- JCDI
JCDI:ADS63163:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1814, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑1995
- Wetingang
Essentie
Pauliana buiten faillissement. Hypotheek ten behoeve van opvolgend economisch eigenaar versus executoriaal beslag ontvanger. Waardeloosverklaring. Ontvankelijkheid rechtsmiddelen i.v.m. inschrijving ex art. 3:29 lid 3 BW; overgangsrecht. Tijdstip benadeling crediteur.
Samenvatting
Uit art. 74 lid 1 Overgangswet NBW volgt dat het van toepassing worden van art. 3:29 lid 3 BW geen gevolg heeft voor de ontvankelijkheid van rechtsmiddelen ingesteld in een geding dat reeds voordien is aangevangen.
Benadeling moet aanwezig zijn op het tijdstip waarop de schuldeiser zijn rechten doet gelden (HR 23 dec. 1949, NJ 1950, 262). Indien in rechte wordt gestreden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.