NJ 1996, 55
Verschoningsrecht belastingambtenaren / behoeft niet op alle te beantwoorden vragen betrekking te hebben / tegenbewijs; bewijswaardering
HR 22-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1810 (Hoeben/Noord-Nederlandse Metaalhandel)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 1995
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
15 620
- LJN
ZC1810
- Roepnaam
Hoeben/Noord-Nederlandse Metaalhandel
- JCDI
JCDI:ADS63111:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Ambtenarenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1810, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑1995
- Wetingang
Rv (oud) art. 178; Rv (oud) art. 179; Rv (oud) art. 191; AWR art. 67
Essentie
Verschoningsrecht belastingambtenaren. Behoeft niet op alle te beantwoorden vragen betrekking te hebben. Tegenbewijs; bewijswaardering.
Samenvatting
Getuigenverhoor belastingambtenaren in het kader van tegenbewijs tegen feiten die zijn aangenomen op grond van rapporten Rijksaccountantsdienst.
Een verschoningsrecht op grond van art. 191 lid 2 aanhef en onder b Rv en gebaseerd op de geheimhoudingsplicht ingevolge art. 67 lid 1 AWR bestaat ‘met betrekking tot alle gegevens welke onder de geheimhoudingsplicht vallen’ (HR 8 nov. 1991, NJ 1992, 277).
De omstandigheid dat een partij door de erkenning van het verschoningsrecht zou worden beperkt in de mogelijkheid om tegenbewijs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.