NJ 1996, 616:Vergoedingsrechten tussen echtgenoten bij koude uitsluiting; nominaliteitsbeginsel; uitzonderingen / natuurlijke verbintenis; objectieve maatstaf / redelijkheid en billijkheid / moment waarop wettelijke rente verschuldigd wordt

NJ 1996, 616

Vergoedingsrechten tussen echtgenoten bij koude uitsluiting; nominaliteitsbeginsel; uitzonderingen / natuurlijke verbintenis; objectieve maatstaf / redelijkheid en billijkheid / moment waarop wettelijke rente verschuldigd wordt

Documentgegevens:

HR 15-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1808, m.nt. W.M. Kleijn (Le Miralda)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 15 september 1995
Magistraten: Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Swens-Donner, Vranken
Zaaknummer: 15768
Noot: W.M. Kleijn
LJN: ZC1808
Roepnaam: Le Miralda
JCDI: JCDI:ADS156687:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:ZC1808, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑09‑1995
Wetingang: BW art. 1286 (oud); BW art. 6:2.3

Essentie

Vergoedingsrechten tussen echtgenoten bij koude uitsluiting; nominaliteitsbeginsel; uitzonderingen. Natuurlijke verbintenis; objectieve maatstaf. Redelijkheid en billijkheid. Moment waarop wettelijke rente verschuldigd wordt.

Samenvatting

Wanneer een echtgenoot die met uitsluiting van elke gemeenschap is gehuwd, geheel of gedeeltelijk de tegenprestatie voldoet voor een goed dat op naam van de andere echtgenoot wordt geplaatst, of wanneer hij hem toebehorende geldbedragen op een rekening ten name van de andere echtgenoot zet, krijgt eerstgenoemde echtgenoot in beginsel jegens de andere recht op vergoeding van het nominale bedrag van de door hem aldus aan de andere echtgenoot verstrekte gelden. Dit kan anders zijn wanneer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.