NJ 1997, 159
Ontruiming woning door gemeente wegens ontbreken huisvestingsvergunning / formele rechtskracht; criterium
HR 08-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1799, m.nt. M. Scheltema (Lirrecht/Budinovski,Budinovski en Pejkovski)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 september 1995
- Magistraten
Royer, Roelvink, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15732
- Noot
M. Scheltema
- LJN
ZC1799
- Roepnaam
Lirrecht/Budinovski
Budinovski en Pejkovski
- JCDI
JCDI:ADS113672:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1799, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑09‑1995
- Wetingang
Essentie
Ontruiming van woning door gemeente wegens ontbreken huisvestingsvergunning. Formele rechtskracht; criterium.
Samenvatting
De burgerlijke rechter dient, ‘wanneer tegen een beschikking een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft opengestaan (zoals die ingevolge de Wet Arob)’, zo deze beroepsgang niet is gebruikt, in beginsel ervan uit te gaan dat die beschikking zowel wat haar wijze van tot stand komen als wat haar inhoud betreft in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften en algemene rechtsbeginselen (HR 16 mei 1986, NJ 1986, 723). Deze ook in latere uitspraken van de Hoge Raad tot uitdrukking gebrachte regel berust op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.