RvdW 1995, 167
HR, 08-09-1995, nr. 15712: Tilburg/Schouten
HR 08-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1797 (Tilburg/Schouten)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 september 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner
- Zaaknummer
15712
- LJN
ZC1797
- Roepnaam
Tilburg/Schouten
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1797, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑09‑1995
- Wetingang
BW art. 3:37 lid 3; Rv art. 177
Essentie
Verklaring. Huuropzegging door aangetekende opzeggingsbrief met bericht van ontvangst. Risico niet bereiken geadresseerde. Bewijslast dat de aangetekende brief op de voorgeschreven wijze is aangeboden.
Samenvatting
Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet — op grond van art. 3:37 lid 3 BW, welke bepaling ook het vóór 1 jan. 1992 geldende recht weergeeft — om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt, maar ook een verklaring welke die persoon niet of niet tijdig heeft bereikt, heeft haar werking indien dit niet (tijdig) bereiken het gevolg is van zijn eigen handeling, van de handeling van personen voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.